Scale-ups en de doorgroeikloof

Ondernemerschap zit niet in de genen

Genetische variatie levert slechts een zeer geringe verklaringskracht op voor ondernemerschap. Dat neemt niet weg dat ouders belangrijke rolmodellen vervullen, dat je van ondernemende ouders het een en ander kunt leren over ondernemerschap, dat hun netwerken van belang kunnen zijn voor de onderneming van hun kinderen, en dat ze ook de onderneming van dochter- of zoonlief financieel kunnen ondersteunen. Allemaal ouder-kind relaties die van belang kunnen zijn voor ondernemerschap, maar die niets met genen te maken hoeven hebben.

Wetmatigheden voor groei

Zijn er dan geen andere wetmatigheden in het leven van start-ups en scale-ups? Uit internationaal onderzoek blijkt dat zo’n 50 procent van de starters langer dan 5 jaar leeft, een zeer klein gedeelte van deze overlevers substantieel groeit, en degenen die groeien vrijwel allemaal met groeiproblemen worden geconfronteerd.

Toeval én hard werken

Succes van ondernemingen berust in grote mate op toeval. Betekent dit dat hard werken en diepgaande expertise dan geen enkele rol spelen? Om met de beroemde scheikundige Louis Pasteur te spreken: “chance favours the prepared mind”. We worden allemaal met toeval geconfronteerd; ondernemers die experimenteren met allerlei nieuwe oplossingen en kansen zeker. Daarvoor moet je ambitie hebben en hard werken om iets substantieels neer te zetten, maar ook expertise om kansen te herkennen en op waarde te schatten: toeval bevoordeelt degenen die erop voorbereid zijn.

Groeien moet je doen

Kansen moet je niet alleen zien, je moet ze ook omzetten in daadwerkelijke producten voor gebruikers. Zeker als je op grote schaal succesvol wilt zijn, moet je weten hoe je je organisatie kunt opschalen, en hoe je groeiproblemen voor kan zijn. Ook hiervoor is een ‘prepared mind’ geen overbodige luxe: wetenschappelijke kennis over het ontstaan en de gevolgen van groeiproblemen. Maar, misschien nog wel belangrijker: de ervaringskennis van ondernemers die hier al eens mee geconfronteerd zijn en hebben geleerd hoe je deze problemen ziet aankomen en ze oplost.

Relevante kennis en ervaring

Er is veel van dergelijke ervaringskennis aanwezig in Nederland. Veel (oud-)ondernemers zijn ook bereid om deze kennis te delen. Groeiondernemers zelf zijn zich niet altijd bewust van de problemen die op hun weg liggen. Als ze dat wel zijn, of er zelfs acuut mee geconfronteerd worden, kunnen ze niet snel de relevante kennis en ervaring aanboren. Gelukkig zijn er initiatieven in Nederland om kennis over deze ‘doorgroeikloof’ te overbruggen. 

Over de auteur:
Erik Stam is hoogleraar Strategy, Organization & Entrepreneurship bij de Utrecht University School of Economics en Academic Director van het Utrecht Center for Entrepreneurship. Naast zijn onderwijs en onderzoek op het gebied van de condities en gevolgen van ondernemerschap, is hij actief betrokken bij initiatieven om de doorgroeikloof te overbruggen, zoals denktank nlgroeit, Scaleupnation, MKB Doorgaan, en de Utrechtse Ondernemers Academie.